Op zoek naar een EPC niet residentieel?
Onze aanpak
Na ons eerste contact (boek alvast een afspraak in via onze website) bezorg je ons als eigenaar zoveel mogelijk relevante bewijsstukken over je gebouw. Hoe meer informatie we hebben, hoe meer we onze adviezen en rapporten op maat kunnen schrijven!
Wat zijn relevante bewijsstukken?
- Verbruiksfacturen
- Zelf geregistreerde meterstanden
- Officiële plannen, lastenboeken, meetstaten of aanbestedingsplannen, aannemingsovereenkomsten
- Werfverslagen, vorderingsstaten, Facturen van verbouwingen en/of bouwmaterialen en/of technische installatie die gebruikt werden
- EPC-aangfiten
- Premie-aanvragen
- Vergunningen
- ...
Op de afgesproken datum komen we langs om de nodige onderzoeken te verrichten en bewijsstukken te analyseren.
EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC vEPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC EPC
Diensten EPC NR
Bestel nu Maak vrijblijvend een online afspraak Contacteer ons
- Correcte en vooraf gekende prijs
- Snelle service
- Boek zelf je plaatsbezoek in
- Door VEKA erkende energiedeskundige
Veelgestelde vragen
.Het energieprestatiecertificaat (EPC NR) is een document dat de energie-efficiëntie van een niet residentieel gebouw weergeeft, waarbij zowel de gebouwschil als de installaties in overweging worden genomen. De opmaak en inhoud van het EPC NR kunnen variëren, afhankelijk van het type gebouw en het beoogde gebruik.
Als u eigenaar bent van een publiek of overheidsgebouw, had u sinds 1 januari 2024 over een EPC NR moeten beschikken voor elke grote niet-residentiële eenheid (eenheid die geen kleine niet-residentiële eenheid is). In het energiebesluit is geen mogelijkheid tot uitstel voorzien, behalve als u over een sloopvergunning beschikt.
Het EPC Publiek is een louter informatief document dat het energiegebruik van uw gebouw weergeeft zonder verdere doelstellingen of aanbevelingen. Het EPC NR gaat verder dan het EPC Publiek. Het geeft specifieke aanbevelingen en is daardoor een begeleidingstool die u bijstaat om de langtermijndoelstelling voor niet-residentiële gebouwen te behalen. Dat doel is al een tijdje gekend: een koolstofneutraal gebouwenpark.
Een EPC NR mag enkel opgemaakt worden door een erkend energiedeskundige type D. Ons erkenningsnummer bij VEKA is: EP22236
Neen, er is geen vrijstelling voorzien voor beschermde gebouwen. Ook voor een beschermd gebouw kan een EPC NR opgemaakt worden. Ook de eerste minimale labeleis, label E, is niet zo streng dat ze een algemene vrijstelling voor alle beschermde gebouwen zou rechtvaardigen. In de toekomst, bij verstrenging van de labeleis, zal de haalbaarheid opnieuw geëvalueerd worden.
Voor de opmaak van het EPC NR volgen we verplicht de inspectiemethode en software die opgelegd is door het VEKA. Het werk starten we met een verplicht plaatsbezoek aan uw niet residentieel gebouw. Tijdens dit plaatsbezoek verzamelen we alle gegevens die nodig zijn om het energielabel te bepalen. We baseren ons hiervoor op visuele vaststellingen of op bewijsstukken.
Het VEKA kan in dat geval een administratieve geldboete opleggen. Deze zal sowieso niet bevrijdend zijn, ook na het betalen van de boete blijft die label-eis gelden.
Sowieso mogen enkel gebouweenheden in één opdracht samengenomen worden die op eenzelfde site liggen (dit is het kadastrale perceel of de aansluitende kadastrale percelen van dezelfde natuurlijke persoon of rechtspersoon als eigenaar, erfpachter, opstalhouder of concessiehouder). Het valt echter voor (bijvoorbeeld in het geval van een DBFM constructie op een schoolsite) dat al de percelen wel van dezelfde eigenaar zijn, maar dat één of meerdere gebouweenheden op die site toch een andere eigenaar hebben. In dat geval is het toch mogelijk om deze eenheden samen te nemen in één opdracht, de houder van een zakelijk recht en hun opdrachthouder, lasthebber of gevolmachtigde worden immers als equivalent aan de eigenaar beschouwd. Indien er dus onderling een volmacht worden gegeven door de verschillende eigenaars aan één partij. Als er geen akkoord is tussen de verschillende eigenaars, moeten de metingen inderdaad apart opgenomen worden.
Bij voorkeur worden de meetgegevens afgelezen op de meter en gestaafd met een foto van de meterstand. Dit is echter niet altijd mogelijk. Sommige meters hebben geen display of zijn niet te bereiken, zoals bv. sommige AMR meters. Voor nutsmeters die niet ter plaatse afgelezen kunnen worden, kunnen de verbruiksgegevens opgevraagd worden bij de netbeheerder of op basis van een factuur bepaald worden. Voor niet-nutsmeters kan een bv. een screenshot van een dashboard waar de meter wordt uitgelezen gebruikt worden.
Sommige meters kunnen wel ter plaatse afgelezen worden, maar (tussentijdse) metingen werden niet door de energiedeskundige opgenomen, maar bv. de eigenaar of een gebruiker. Op zich mogen deze gegevens aanvaard worden, op voorwaarde dat ze realistisch zijn (zie hieronder). Er is geen vastgelegde vorm waarin deze gegevens beschikbaar moeten zijn (bv. spreadsheet, manueel opgenomen,…).
Algemeen is er geen beperking op een bepaalde vorm of bron van de meetgegevens. Wel moet de energiedeskundige steeds nagaan of:
- De gebruikte meters voldoen aan de kwaliteitsvoorwaarden
- De meetperiode correct is en voor alle metingen dezelfde
- De metingen realistisch zijn
Indien de energiedeskundige oordeelt dat de meetgegevens aanvaard kunnen worden, mogen deze gebruikt worden. Staving en argumentatie van waarom bepaalde gegevens mogen gebruikt worden, worden bijgehouden in het projectdossier
De Europese richtlijn voor 'Energieprestaties van gebouwen' werd in 2024 herzien met nieuwe bepalingen over de gebouwautomatisering en controlesystemen tot gevolg. Het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) zet deze nieuwe richtlijn momenteel om in Vlaamse regelgeving.
Niet-residentiële gebouwen moeten uiterlijk op 31 december 2025 beschikken over gebouwautomatisering en controlesystemen. Het gaat meer bepaald over:
- niet-residentiële gebouwen met een verwarmingssysteem of een gecombineerd systeem (ruimteverwarming en ventilatie) met een nominaal vermogen van meer dan 290 kW;
- niet-residentiële gebouwen met een airconditioningsysteem of een gecombineerd systeem (airconditioning en ventilatie) met een nominaal vermogen van meer dan 290 kW.
Voor het bepalen van dit nominaal vermogen worden:
- de opwekkers of installaties die instaan voor verwarming of koeling per gebouw opgeteld, dus niet op siteniveau;
- verwarmingsinstallaties en koelinstallaties apart bekeken.
De verplichting geldt zowel voor nieuwe als bestaande niet-residentiële gebouwen.
Tegen uiterlijk 2029 wordt de grens voor het nominaal vermogen verder verlaagd van 290kW naar 70kW.
Een niet-residentieel gebouw dat onder de BACS-verplichting valt moet beschikken over gebouwautomatisering en controlesystemen die ten minste:
- het energieverbruik monitoren en bijsturen;
- de energie-efficiëntie van het gebouw toetsen en de beheerder informeren over rendementsverliezen;
- communicatie met verbonden technische bouwsystemen en andere apparaten in het gebouw mogelijk maken en laten samenwerken.
- de binnenmilieukwaliteit monitoren ( temperatuur, CO2, vochtigheid, ...)